Eten peuter

Grote eters

Kinderen die al op jonge leeftijd overgewicht ontwikkelen, komen daar later in hun leven vaak moeilijk van af. Het is goed om je kind al op jonge leeftijd gezonde eetgewoonten aan te leren.

Gezonde eetgewoonten

Gezond eten en genoeg bewegen is heel belangrijk! Dat is de basis voor een gezond gewicht. Leer je kind zo vroeg mogelijk gezonde eetgewoonten aan. Door zelf het goede voorbeeld te geven en gevarieerd en niet de hele dag door te eten, zal je kind deze goede gewoonten van je overnemen. Zo geef je hem de grootste kans om op een gezond gewicht te blijven.

Genoeg gegeten?

Het is normaal dat je peuter een wisselende eetlust heeft. Daar hoef je je niet druk over te maken. Kinderen voelen zelf ook heel goed aan wanneer ze genoeg hebben. Genoeg is dan ook echt genoeg. Dwing je kind niet om meer te eten (het bord leeg), want daardoor kun je het natuurlijke gevoel van honger en verzadiging ('genoeg gehad') verstoren.

Hoe houd je je kind op een gezond gewicht?

 

  • Door drie hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en warme maaltijd) en maximaal twee tot vier keer per dag iets kleins tussendoor te geven krijgt je kind voldoende voeding binnen en leert hij om er op andere momenten niet om te hoeven vragen.
  • Maak een gezellig moment van het tussendoortje door de tijd te nemen en je peuter te leren om niet te gaan spelen tijdens het eten, geen televisie te kijken of iets anders te doen. Zo leer je het eten bewust op te eten.
  • Bewegen is heel belangrijk. Het is gezond en leuk. Ga bijvoorbeeld iedere dag een uurtje naar buiten, lopend naar de winkel of naar een speelplaats. Laat je kind lekker rennen, springen, klimmen en fietsen op de driewieler.

Lastige eters

Als je kind slecht eet, kan dat een probleem zijn. Kinderen hebben veel goede bouwstoffen, vitamines en mineralen nodig om fit te blijven en te groeien. Daarom is het in ieder geval verstandig om je kind gezonde voeding te geven.

Minder eetlust

Na 12 tot 18 maanden neemt de snelle groei van je kind af. Daardoor kan het minder eetlust hebben dan in het eerste jaar. Totdat je kind (bijna) volwassen is, wisselen periodes van veel en minder eten elkaar geregeld af. Dit is afhankelijk van de ontwikkeling en de groei die je kind doormaakt.

Groeit je kind goed?

Als je kind goed groeit en actief is, zit het wel goed. Maak je je toch zorgen, ga dan een keer extra naar het consultatiebureau om je kind te laten meten en wegen.

Chronische voedselweigering

Wanneer een kind voor langere tijd weigert om te eten, kan dit ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Meestal gebeurt dit in de leeftijd tot 4 jaar. Het komt meer voor bij kinderen met een aangeboren fysieke of verstandelijke beperking. Via sondevoeding en therapie kan een kind zo snel mogelijk leren om weer normaal te eten.

Eettherapie

Als je kind ernstige voedsel- en eetproblemen heeft, kan eettherapie helpen. Je kunt hiervoor het best eerst een afspraak maken met de huisarts. Hij kan je doorverwijzen naar professionele hulpinstanties.

Kleine eters

Peuters hebben een wisselende eetlust. Je hoeft je hier geen zorgen over te maken.

Geen zorgen

Peuters hebben een eigen willetje en kunnen goed 'nee' zeggen, ook tijdens het eten. Maak je je zorgen omdat je kind weinig eet? Dat is niet nodig als je kind goed groeit, veel speelt, vrolijk en levendig is en regelmatig plast en poept. Als je je toch zorgen maakt, vraag dan advies op het consultatiebureau. Daar zullen ze je kind ook wegen en meten en samen met je de groeicurve bekijken.

Tips voor peuters die weinig eten

Maak er geen probleem van als je kind niet wil eten. Jullie worden dan allebei alleen maar bozer. Hieronder vind je tips om het gezellig te houden aan tafel.

  • Schep niet te veel op. Geef van alles een klein beetje.
  • Eet zelf ook mee: zien eten doet eten.
  • Je kind kan nog niet zo lang aan tafel zitten. Verwacht dat ook niet. Stel van tevoren een tijd in, bijvoorbeeld 15 of 20 minuten. Laat de tv, tablet of telefoon uit en leg geen speelgoed op tafel. Laat je kind liever met het eten spelen.
  • Geef je kind eten op vaste plekken en loop niet met eten achter je kind aan.
  • Straf of beloon je kind nooit met eten. Eet je zelf een nagerecht, geef je kind dan ook een klein toetje.
  • Jij bepaalt wat je kind eet en wanneer. Je kind bepaalt zelf hoeveel het opeet. Het bord hoeft dus niet leeg (en schep bij grote eters niet nog een keer op).
  • Geef je kind van tevoren of tussendoor niet te veel te drinken. Dat vermindert de trek.
  • Schrijf eens op wat je kind op een dag eet. Waarschijnlijk is dat meer dan je denkt. Eventueel kun je op de website van het Voedingscentrum bekijken of het voldoende is.
  • Schenk geen aandacht aan het eten van je kind. Hoe minder je kind merkt hoe belangrijk jij het vindt, hoe groter de kans dat het zelf gaat eten zonder dat jij iets hoeft te zeggen.
  • Laat je kind wat vroeger eten als het aan het eind van de dag 'te moe' is.

Gezonde eetgewoonten

Gezond eten is goed voor de ontwikkeling van je kind. Dat heeft veel te maken met gezonde eetgewoonten. Als je kinderen leert om regelmatig en gevarieerd te eten, hebben ze daar hun hele leven voordeel van.

Deze tien tips kunnen je hierbij helpen:

  1. Vaste tijden aanhouden voor de maaltijden en tussendoortjes is handig.
  2. Je kunt het best het aantal tussendoortjes beperken tot maximaal vier. Zo beperk je het risico op overgewicht en het is beter voor de tanden.
  3. Het is gezellig om zo veel mogelijk met het hele gezin tegelijk te eten.
  4. Een ontbijt is voor je kind heel belangrijk.
  5. 's Ochtends op de peuterspeelzaal is een stuk fruit heel lekker. Het is goed om wat af te wisselen in de soorten fruit die je meegeeft.
  6. Trakteren op de peuterspeelzaal is een feest voor je kind. Je hoeft niet op iets eetbaars te trakteren. Kleine kinderen vinden een speeltje ook heel leuk.
  7. Tussen de middag kan je kind weer extra energie krijgen van een volwaardige lunch. Daarin zitten volkorenboterhammen en wat fruit. Een paar kleine tomaatjes, stukjes komkommer, radijsjes of een wortel zijn ook lekker.
  8. Voor tussendoor is het beter om je kind niet te veel frisdrank en sap te geven. Die zorgen namelijk voor behoorlijk wat extra calorieën en zijn slecht voor het gebit. Water of (vruchten)thee is een goed alternatief. Je kunt sap of frisdrank ook aanlengen met water.
  9. Fruit, groente of brood vormen een gezond tussendoortje. Snoep, chips en andere minder gezonde voedingsmiddelen kun je beter bewaren voor speciale gelegenheden, zoals in het weekend.
  10. Je kind leert dingen eten doordat jij afwisseling aanbrengt in de soorten voedingsmiddelen. Kinderen gaan vanzelf wennen aan eten dat ze eerst misschien nog niet zo lekker vinden. Sommige kinderen moeten wel tien tot vijftien keer iets proeven voordat ze gewend zijn aan de nieuwe smaak. Je kunt je kind ook af en toe laten kiezen tussen twee soorten beleg of twee soorten groente.