Veilig in het verkeer peuter

In de auto

De veiligste manier om je peuter in de auto te vervoeren is in een peuterautostoel. Waar kun je op letten bij de aanschaf en het gebruik?

Veiligheidseisen voor autostoelen

Koop altijd een stoel die aan de Europese veiligheidseisen voldoet. Autostoelen moeten goedgekeurd zijn volgens ECE-reglement R44/03, R44/04 of de R129 (ook wel i-Size genoemd). De R129 is een nieuwe norm die sinds 2013 bestaat. Het goedkeuringslabel ziet eruit als een label of een sticker en is te herkennen aan de oranje kleur en een nummer onder aan het label. Lees meer over de veiligheid van een peuterautostoel op Veiligheid.nl. Ook kun je op Veiligheid.nl bekijken welke autostoel bij jouw kind past.

Een tweedehands autozitje?

Als je een tweedehands stoel koopt, controleer dan of het niet beschadigd is of betrokken is geweest bij een aanrijding. Zo'n stoel is dan niet meer veilig.

Peuterautostoel plaatsen

 

  • Zet de autostoel met de autogordel of ISOFIX vast. Zet je kind vast met de vijfpuntsgordel van de peuter autostoel. Op Veiligheid.nl staan filmpjes waarop je kan zien hoe je een autostoel veilig gebruikt.
  • Autostoelen voor peuters hebben vaak meerdere standen en worden meestal met de rijrichting mee geplaatst.
  • Is je auto voorzien van een passagiersairbag op de voorstoel, zet je kind dan niet in een autozitje op de voorstoel tenzij de airbag is uitgeschakeld. Als je de airbag niet kunt uitzetten, zet dan de voorstoel zo ver mogelijk naar achteren. Gebruik je een achteruitkijkend zitje? Dan moet je verplicht de airbag uitschakelen.

Vervoer je peuter nooit op schoot

Vervoer een kind in de auto nooit op schoot. Je kunt het onmogelijk vasthouden bij een botsing! Het is het veiligst om een kind te vervoeren op de achterbank in een goedgekeurde autostoel.

Voorin of achterin?

Plaats de peuter autostoel het liefst op de achterbank. Dat is de veiligste plek. Volgens de wet mag je peuters in een autostoel ook voorin vervoeren. Je kunt er dus geen boete voor krijgen. Het is veiliger om kinderen zo lang mogelijk tegen de rijrichting in te vervoeren, als de autostoel daar geschikt voor is. Bij de nieuwe autostoelen moet je je kind dan ook tot 15 maanden achterwaarts vervoeren.

Regels

 

  • Kinderen kleiner dan 1.35 meter moeten zowel voorin als achterin in een goedgekeurd kinderzitje (babyautostoel, peuterautostoel of kinderautostoel) worden vervoerd.
  • Kinderen groter dan 1.35 meter moeten een gordel dragen.

Specifieke regels

 

  • Kinderen moeten achterin wel een gordel om als ze met iemand anders meerijden
  • Het is verboden het schuine deel van een driepuntsgordel achter het lichaam langs te leiden. Dat is onveilig. Loopt de gordel over de hals in plaats van over de schouder, dan is een goedgekeurde zittingverhoger de oplossing.
  • Bij het consultatiebureau kun je vragen naar de 'Veiligheidskaart'. Daarop staat meer informatie over het vervoer van kinderen.

De wettelijke regels kun je nalezen op Veiligheid.nl.

Laat je kind nooit alleen in de auto

Laat je peuter nooit alleen achter in de auto, en zeker niet als de auto in de zon staat. Kinderen raken snel oververhit. Het heeft geen nut om een raam open te zetten in een auto die stilstaat in de zon. Dit helpt namelijk niet tegen het stijgen van de temperatuur in de auto.

Goed ventileren

Zorg tijdens het rijden voor frisse lucht, zet een raam open of doe de ventilatie aan.

Op de fiets

Peuters kun je op de fiets vervoeren in een voor- of achterzitje. Houd daarbij wel rekening met de leeftijd en lengte van je kind en let goed op de veiligheid. Schaf een goede, veilige fiets aan die geschikt is voor een fietszitje.

Voorzitje

Een voorzitje kun je gebruiken vanaf het moment dat je peuter kind zelfstandig kan zitten tot een leeftijd van ongeveer 3 jaar. Let er bij de aanschaf van het fietszitje op dat het aan de Europese veiligheidsnormen voldoet. Het kan even wennen zijn om met een fietszitje te fietsen. Het is verstandig om van tevoren te oefenen door iets zwaars op het zitje te leggen en daarmee te gaan fietsen.

Achterzitje

Een achterzitje is geschikt voor kinderen tot ongeveer 5 jaar die zelf goed kunnen zitten. Let er wel op dat het fietszitje aan de Europese veiligheidsnormen voldoet. Een achterzitje wordt op de bagagedrager vastgemaakt. Om te voorkomen dat je kind met de vingers tussen de veren van het zadel komt, kun je een zadelveerbeschermer kopen.

Voetjes tussen de spaken

Het komt regelmatig voor dat een kind met een voetje tussen de spaken komt. Dit kan ernstige verwondingen opleveren. Om dit te voorkomen, kunt u de spaken goed afschermen.

  • Goede spaakafscherming is een scherm van hard plastic dat tussen het voetensteuntje en het wiel wordt bevestigd. Een jasbeschermer is geen voetbeschermer.
  • Probeer het zitje met het kind, en kijk of de voetjes nergens tussen de spaken kunnen komen. Bedenk dat kinderen snel groeien; plaats de spaakafscherming op de groei en controleer regelmatig of hij nog voldoende bescherming biedt.
  • Een kinderzitje met voetriempjes is niet voldoende, de riempjes beschermen niet in alle gevallen tegen spaakbeknelling.

Opletten

Bij zowel een voor- als een achterzitje is het verstandig om erop te letten dat je kind nergens met de handen en voeten tussen kan komen. Daarnaast is het belangrijk dat je kind goed vastzit. Zet je fiets nooit op de standaard als je kind nog in het zitje zit. Het is risico is groot dat de fiets door het gewicht omvalt.

Veilig op de fiets - spaakbeknelling (Bron: VeiligheidNL)

Wandelen

Lekker naar buiten om te wandelen met je peuter is altijd fijn. In de zomer én in de winter. Er zijn verschillende mogelijkheden. Dat is afhankelijk van de leeftijd van je peuter en waar je wilt gaan wandelen. Hieronder vind je een aantal veiligheidstips voor als je je kind mee naar buiten neemt.

Wandelwagen of buggy

Je kunt je kind meenemen in een wandelwagen of buggy. Een wandelwagen is ruim en je peuter kan er lekker in zitten. Een buggy is veel lichter. Je kunt de buggy makkelijk inklappen en meenemen. Dat is heel praktisch in de auto of zelfs op de fiets. Maar een buggy is daardoor minder comfortabel voor je peuter.

Ga je wandelen met de wandelwagen of buggy? Let dan voor de veiligheid van je peuter op de volgende zaken:

  • Zet je kind altijd vast met een gordel of tuigje, zodat het er niet uit kan vallen.
  • Kan je kind nog niet goed zitten, maar moet je toch overstappen naar de wandelwagen? Zet dan de rugleuning van de wandelwagen helemaal plat.
  • Let er bij het wandelen goed op dat de handen niet buiten de wagen hangen. Zo kunnen de vingers van je peuter nergens tussen komen.
  • Zet de wagen altijd op de rem als je stilstaat.
  • Als je een tas meeneemt, kun je die beter in een net of een mand onder de wagen leggen. Als je hem aan de duwbeugel hangt, kan de wagen omvallen door het gewicht.

Op Veiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de wandelwagen of buggy en bijbehorende accessoires.

Rugdrager

Als je peuter goed rechtop kan zitten kun je een rugdrager gebruiken. Dat is een rugzak met een frame en een stoeltje. Je kunt een rugdrager gebruiken tot je kind ongeveer vier jaar is. Het hangt af van het gewicht van je kind. Kijk daarom altijd even tot welk gewicht je peuter in de rugdrager kan. Het is belangrijk om de rugdrager bij elk gebruik te controleren op slijtage en te kijken of de sluitingen nog goed werken.

Als je peuter in de rugdrager zit, merk je misschien minder snel of je kind het te warm of te koud heeft. Contoleer daarom regelmatig hoe het gaat met je kind.

Met je peuter op je rug beweeg je natuurlijk minder makkelijk. Probeer rekening te houden met vooroverbuigen en achteroverbuigen. Het kan zijn dat je peuter boven je uitsteekt in de rugdrager. Let dan goed op dat je kind het hoofd niet stoot als je door een deur gaat of onder een boomtak doorloopt. Met een rugdrager kun je beter niet gaan sporten, fietsen of huishoudelijk werk doen. Dat kan gevaarlijk zijn voor je kind.

Zelf lopen

Als je kind zelf kan lopen, kun je ook met je kind aan de hand gaan wandelen. Maak de wandelingen in het begin niet te lang. De benen van je peuter zijn nog kort, dus je kind is sneller moe. Houd ook goed in de gaten dat je kind niet wegloopt, want peuters zijn nieuwsgierig en letten nog niet op het verkeer.